Glossary met Tooltip Categories: Paardenrennen

Een mannelijk paard dat gecastreerd is.

Een paard dat zijn jockey de maximale inzet geeft als daarom gevraagd wordt.

De conditie van de ondergrond van een racebaan. De ‘going’ varieert van zwaar tot stevig.

Paard en jockey die enthousiast en inefficiënt racen, wat komt door een gebrek aan ervaring (‘groentje’).

Een paard is ‘hampered’ (gehinderd) als een andere runner te dichtbij komt waardoor het zijn momentum kwijt raakt.

Een race waarbij paarden verschillende gewichten met zich meedragen op basis van hun officiële rating. Of greyhounds die een voorsprong krijgen, afhankelijk van hoe goed ze zijn.

Een paard dat slim positie kiest in de buurt van de kop.

Een paard dat ‘hangt’ als het rent wijkt af van de lijn. Dit gebeurt meestal als de druk op het paard wordt opgevoerd en kan soms een teken zijn dat het paard de ondergrond te hard vindt.

Een ‘head’ is een afstand waarmee een paard verslagen kan worden door een ander paard (met een hoofdlengte dus), wat wordt genoteerd met ‘hd’.

Een paard dat wordt opgehouden. Het merendeel van de race bevindt het zich achterin het deelnemersveld, voordat het om een inspanning gevraagd wordt.

Een soort kapje dat ertoe dient om nerveuze of onrustige paarden te helpen tijdens het racen.

Een hunter chase is een race waarbij over hekken moet worden gesprongen. Alleen paarden die dat seizoen minstens 4 dagen hebben gehunt mogen meedoen. Aan hunter chases doen meestal oudere paarden mee.